Uitkomsten RWI Arbeidsmarktenquete 2007 : Bezorgdheid om positie oudere werkloze

Dit blijkt uit de jaarlijkse Arbeidsmarktenqu(ee)te van de Raad voor Werk en Inkomen (RWI). Voorzitter Jan van Zijl heeft de uitkomsten van de Arbeidsmarktenqu(ee)te 2007 op 14 november 2007 op het Najaarscongres van de RWI gepresenteerd.

Van Zijl noemde de positie van de oudere werklozen op de arbeidsmarkt "buitengewoon zorgwekkend". "Het dreigt echt een onaanvaardbaar groot sociaaleconomisch probleem te worden. Deze problematiek verdient daarom topprioriteit in het arbeidsmarktbeleid de komende jaren". Volgens Van Zijl moet het probleem bij de wortel worden aangepakt: "Het begint met het voorkomen van werkloosheid onder ouderen. Dus moeten we hun positie binnen arbeidsorganisaties verbeteren en ze minder kwetsbaar maken. Bijvoorbeeld door ook in scholing van oudere werknemers te investeren." Het moet volgens Van Zijl overigens wel van twee kanten komen: "Oudere werknemers kunnen niet meer weglopen voor cursussen of trainingen."

De RWI heeft voor de enqu(ee)te een kleine 700 'arbeidsmarktprofessionals' ondervraagd. Dat zijn mensen die zich beroepsmatig met de arbeids- of re-integratiemarkt bezighouden. Het gaat dan bijvoorbeeld om ambtenaren, uitvoerders, wetenschappers en om vertegenwoordigers van werkgevers- of werknemersorganisaties en re-integratiebedrijven.
Verder heeft bureau CentERdata voor de RWI-Arbeidsmarktenqu(ee)te de opinie van de Nederlandse bevolking in kaart gebracht. Dit gebeurde via een representatieve steekproef onder ruim 1500 Nederlandse huishoudens.

Beide groepen - arbeidsmarktprofessionals en huishoudens - is gevraagd naar hun mening en verwachting over uiteenlopende aspecten van de arbeidsmarkt in de periode 2008-2010. In het bijzonder was er daarbij aandacht voor actuele thema's als flexibiliteit, mobiliteit, inzetbaarheid en scholing op de arbeidsmarkt.

In het oog springende uitkomsten van de RWI-Arbeidsmarktenqu(ee)te 2007 zijn:
Zowel de professionals als de Nederlandse bevolking verwachten dat in de periode tot 2010 de werkloosheid daalt en de werkgelegenheid toeneemt. Over de hele linie zijn de professionals aanzienlijk optimistischer over toekomstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt dan de gemiddelde Nederlander.

95 procent van de arbeidsmarktprofessionals en 85 procent van de bevolking verwacht een lichte tot forse stijging van het aantal werknemers in Nederland afkomstig uit Oost-Europese landen.

Volgens ruim 40 procent van de professionals wordt er op de arbeidsmarkt nog in hoge dan wel zeer hoge mate gediscrimineerd op basis van etnische afkomst. Naar verwachting neemt de achterstand van allochtonen op de arbeidsmarkt de komende jaren wel enigszins af. Vooral werkgevers zijn hier redelijk optimistisch over.

Een ruime meerderheid van de professionals en de Nederlandse huishoudens verwacht dat de inkomensverschillen tussen nu en 2010 zullen toenemen.

Vrijwel alle arbeidsmarktprofessionals - evenals een ruime meerderheid van de huishoudens - verwachten een toename van het aantal zelfstandig ondernemers.

Ongeveer driekwart van alle respondenten vindt dat in moderne vormen van gesubsidieerde arbeid altijd geprobeerd moet worden om uiteindelijk inzetbaarheid op de reguliere arbeidsmarkt te realiseren.

De aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt is volgens de ge?nqu(ee)teerden 'matig tot slecht'.

De professionals die werkzaam zijn bij de overheid of een uitvoeringsinstantie in de sociale zekerheid, schatten de noodzaak voor werkgevers van soepeler ontslagregels hoger in dan dat de groep werkgevers dat z?lf doet.

Volgens de meeste professionals is er te weinig interne mobiliteit (functiewisseling) binnen organisaties. De Nederlandse bevolking vindt dit wel meevallen.

Bijna de helft van de professionals vindt dat er te weinig externe mobiliteit (van werkgever veranderen) op de arbeidsmarkt is. Van de Nederlandse bevolking vindt slechts een kwart dat.

Als het gaat om het inzetbaar houden van oudere werknemers vindt een overgrote meerderheid dat hierbij vooral de werkgever in gebreke blijft. Veel minder wordt dit de overheid, sociale partners of de oudere werknemer zelf verweten.

De Raad voor Werk en Inkomen is het overlegorgaan van werkgevers, werknemers en gemeenten. De RWI doet voorstellen aan de regering en andere partijen over het brede terrein van werk en inkomen. Doel van deze voorstellen is een goed functionerende arbeidsmarkt te bevorderen. Het vergroten van de transparantie van en het verbeteren van de kwaliteit op de re-integratiemarkt behoort eveneens tot de kerntaken van de RWI.