Ratio's geven de prestaties van de onderneming weer

Inleiding
Downloaden
Liquiditeit en solvabiliteit
Liquiditeit
Solvabiliteit
Rendement
Werkkapitaal
Verkoopmarges
Activiteitenratio's
Omloopsnelheid van de voorraad
Overige omloopsnelheden
Tot slot

Inleiding

Een ratio is letterlijk een kengetal en in dit verband een 'getal dat de verhouding van twee of meer grootheden' weergeeft. Op basis van de ratio's worden bedrijfsmatige en financi?le beslissingen genomen. Zo zijn de rendementsratio's voor banken en beleggers belangrijk kengetallen omdat zij de winstgevendheid van de onderneming weergeven. De ondernemer kan de ratio's van zijn onderneming vergelijken met die van branchegenoten, en voor zichzelf conclusies trekken over het functioneren van zijn onderneming.

Downloaden

Download hieronder het in dit artikel beschreven werkblad 31_ratios.xls. Het werkblad bevat een balans en een verlies- en winstrekening. Op basis van deze cijfers worden enkele kengetallen bepaald.

Start het downloaden.
Kies in het dialoogvenster Bestand downloaden de optie Opslaan.
Boven in het dialoogvenster Opslaan als klikt u in het witte vak achter Opslaan in. Daarmee verschijnt een lijst van mappen en drives.
U plaatst het gedownloade bestand op uw vaste schijf in de map Mijn documenten.
Klik op Opslaan om het downloaden te starten.
Klik op Sluiten om het dialoogvenster Het downloaden is voltooid te sluiten.

Start Excel en open het werkblad via Bestand >> Openen. U kunt de formules die voor de kengetallen gebruikt zijn bestuderen door de aanwijzer op de uitkomst te plaatsen en in de formulebalk (bovenin beeld) de inhoud van de formule te bekijken. Door vervolgens op de F2-toets te drukken verschijnen er gekleurde vakken om de cellen, die in de desbetreffende formule verwerkt zijn; druk op Escape om deze 'hulp' weer uit te zetten.


Liquiditeit en solvabiliteit

Een onderneming beschikt over middelen en besteedt die onder meer aan investeringen. Het is de beweging van deze geldstromen, die de liquiditeit en de solvabiliteit van de onderneming bepalen. Wat is het verschil tussen liquiditeit en solvabiliteit? De liquiditeit is de verhouding tussen de vlottende activa en het kortlopende vreemd vermogen op de balans (de vlottende passiva). Vlottende activa zijn bijvoorbeeld bank en kas, alsmede activa waaruit op korte termijn geld vrijkomt, zoals de uitstaande debiteuren en de voorraden van gerede eindproducten.

In deze ratio's wordt onderscheid gemaakt tussen korte en lange termijn: de liquiditeit is echt een momentopname. De solvabiliteit kijkt niet naar de verhouding vlottende passiva versus vlottende activa, maar naar het eigen vermogen en het vreemd vermogen en is daarmee veel meer een indicator voor de langere termijn.


Liquiditeit

Een goede liquiditeitsratio illustreert het vermogen van de onderneming om crediteuren tijdig (op korte termijn) te kunnen betalen. Bij de liquiditeit gaat het erom of de onderneming voldoende geld beschikbaar heeft om aan de direct opeisbare betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. Zoals het uitbetalen van lonen, het betalen aan de belastingdienst, de grondstoffenleveranciers en het aflossen van bankkredieten. Voor de liquiditeit zijn twee kengetallen bepalend: de current ratio en de quick ratio.

Current ratio
De current ratio is een maatstaf die aangeeft of uw onderneming op korte termijn te maken kan krijgen met liquiditeitsproblemen:

[T] vlottende activa
Current ratio = --------
[N] schulden van maximaal 1 jaar

De current ratio geeft weer, hoeveel keer meer uw liquide middelen zijn dan wat u op korte termijn aan uw schuldeisers moet betalen. Hoe hoger, hoe beter. Is de current ratio echter minder dan 1, dan zou het voortbestaan van de onderneming over een periode van enkele maanden in gevaar kunnen komen. Een juiste interpretatie van dit kengetal is evenwel van groot belang. Stel namelijk dat er nog ruimte is in het bankkrediet van uw rekening courant, dan is er nog geen reden tot zorg. Is die ruimte er niet, dan is een van de maatregelen die getroffen zou kunnen worden het aangaan van een aanvullende financiering.

Quick Ratio
In de current ratio is in de vlottende activa de waarde van de voorraden inbegrepen. Dit impliceert een mate van onzekerheid: immers, wat zijn die voorraden in geval van nood waard? En hoe snel zijn ze liquide te maken? Daarom is er een tweede ratio, waarin de waarde van de voorraden buiten beschouwing wordt gelaten: de zogenaamde quick ratio. Deze ratio is de uitkomst van alle onmiddellijk beschikbare liquide middelen gedeeld door de onmiddellijk te betalen schulden.

[T] vlottende activa minus voorraden
Quick ratio = --------
[N] schulden van maximaal 1 jaar

Is de quick ratio kleiner dan 1, dan zou u te maken kunnen hebben met liquiditeitsproblemen op korte termijn en dient u maatregelen te treffen, zoals een overbruggingskrediet. Hiervoor wil de bank doorgaans wel een onderpand zien, zoals goederen, debiteuren of inventarisstukken van waarde, die gemakkelijk verhandelbaar zijn.

Solvabiliteit

De solvabiliteit is een graadmeter voor de financi?le onafhankelijkheid van de onderneming. De solvabiliteit geeft aan in hoeverre de onderneming van de ondernemer of van de bank is. Solvabiliteit is namelijk het eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen of het totaal aan vreemd vermogen dat in de onderneming is ge?nvesteerd. Het kengetal geeft weer welke bezittingen de onderneming tegenover haar schulden heeft staan, zodat het op langere termijn aan haar verplichtingen kan voldoen.

Heeft de ondernemer de gehele onderneming zelf gefinancierd en geen geld geleend, dan is de solvabiliteit 100%. Naarmate er meer vreemd vermogen (bank, financieringsmaatschappij) in de onderneming zit, wordt de solvabiliteit lager. Anders gezegd, hoe lager de solvabiliteit, des te meer is de onderneming voor lange perioden afhankelijk van derden voor leningen en financieringen. Een slechte solvabiliteit heeft tot gevolg dat het voor de onderneming moeilijker wordt om nieuw vreemd vermogen aan trekken.

Er zijn twee varianten: de Debt-ratio en de klassieke solvabiliteitsratio. De eerste wordt het meest toegepast en geeft weer welk deel van de bezittingen met eigen vermogen is gefinancierd:

[T] eigen vermogen
Debt-ratio solvabiliteit (EV) = -------------
[N] totaal vermogen

De klassieke variant van deze ratio geeft de verhouding tussen eigen vermogen en schulden en toont hoe afhankelijk de onderneming van schuldeisers is:

[T] eigen vermogen
Solvabiliteit (EV/VV) = -------------
[N] vreemd vermogen


Rendement

De rentabiliteit of het rendement van de onderneming wordt gewogen naar het eigen vermogen of naar het totale vermogen. Er zijn twee belangrijke ratio's die de rentabiliteit weergeven.

Rentabiliteit van eigen vermogen
De rentabiliteit van eigen vermogen geeft het netto of brutorentabiliteit weer van de middelen die door de aandeelhouders in de onderneming zijn ge?nvesteerd. De ratio geeft dus aan wat de ondernemer en/of de aandeelhouders met hun investering verdiend hebben. Ook hier zijn twee varianten van: de nettorentabiliteit en brutorentabiliteit.

De nettorentabiliteit of REV is de rentabiliteit na aftrek van alle kosten van het boekjaar, dus n? belastingen.

[T] netto winst of verlies van boekjaar
Nettorentabiliteit van eigen vermogen (REV) = ------- x 100%
[N] eigen vermogen

De brutorentabiliteit is het nettoresultaat na belastingen, verhoogd met de overige kosten, zoals afschrijvingen, waardeverminderingen, voorzieningen enzovoort. Anders gezegd: de berekening van de brutorentabiliteit van het eigen vermogen is gebaseerd op de cashflow gedeeld door het eigen vermogen van de onderneming.

[T] cashflow
Brutorentabiliteit van het eigen vermogen = --------- x 100%
[N] eigen vermogen

Het streven van de onderneming moet zijn om de nettorentabiliteit op het eigen vermogen zo hoog mogelijk te laten zijn. Dat moet in ieder geval hoger zijn dan de marktrente. Is de ratio lager en lijkt die op termijn niet verbeterd te kunnen worden, dan kan de ondernemer overwegen om te stoppen met zijn zaak en het geld op de bank zetten; dat levert meer op.



Alvorens tot zo'n beslissing te komen is het ook hier noodzakelijk om de ratio's correct te interpreteren. Bij kleinere niet-BV en niet-NV ondernemingen, zoals eenmanszaken, maatschappen en vennootschappen onder firma is het zaak het gewenste ondernemersloon in de berekening te betrekken, dus het bedrag dat de ondernemer of vennoten jaarlijks als 'salaris' uit de zaak halen. Wordt dit niet gedaan, dan vallen de rentabiliteitsratio's hoger uit dan zij werkelijk zijn.

Rentabiliteit over het totale vermogen
De rentabiliteit over het totale vermogen is het door de aandeelhouders ge?nvesteerde kapitaal in relatie tot de rentabiliteit van de activa van de onderneming. Deze ratio drukt uit hoeveel winst een onderneming maakt ten opzichte van het kapitaal dat in de onderneming is gestoken. De uitkomst geeft een beeld van de economische rentabiliteit van de onderneming, zonder de invloed van belastingen en financieringen. Let wel, de rentabiliteitsratio is altijd een momentopname van het financieel gezond zijn van de onderneming. De situatie kan echter snel veranderen, bijvoorbeeld door nieuwe activiteiten en snelle groei.

De rentabiliteit over het totale vermogen wordt berekend door het bruto of nettoresultaat v??r belastingen en de financi?le kosten te delen door het totaal der activa, zoals dat op de balans staat.

[T] nettoresultaat boekjaar v??r belasting + rentekosten
Rentabiliteit over het totale vermogen (RTV) = -------- x 100%
[N] totale vermogen





Werkkapitaal

Het werkkapitaal is het bedrag dat de onderneming nodig heeft om haar activiteiten te kunnen uitvoeren. Daaronder vallen het inkopen van grondstoffen, het uitbetalen van salarissen etc. De ratio Werkkapitaal/Omzet relateert dit bedrag aan de jaaromzet. De ratio mag niet te groot zijn, want dat zou een indicatie kunnen zijn voor problemen, zoals te grote voorraden als gevolg van tegenvallende verkoop. Wat de optimale waarden voor deze ratio zijn, is afhankelijk van de branche:

[T] Vlottende activa minus vlottende schulden
Werkkapitaal/Omzet =
[N] Omzet

Top





Verkoopmarges

De bruto of nettoverkoopmarge geeft de bruto of nettobedrijfswinst (of -verlies) weer, die de

onderneming realiseert ten opzichte van de omzet (verkopen). Hieruit kan op twee manieren het bedrijfsresultaat worden berekend, namelijk met of zonder de overige kosten. Overige kosten zijn de afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen voor risico's en kosten, die niet direct aanleiding geven tot een uitbetaling aan derden. Het brutobedrijfsresultaat is het bedrijfsresultaat v??r de verrekening van deze kosten, het nettobedrijfsresultaat is het saldo dat overblijft na verrekening van deze kosten:

[T] brutobedrijfsresultaat
Brutoverkoopmarge = ---------- x 100%
[N] verkopen

[T] nettobedrijfsresultaat
Nettoverkoopmarge = ------------- x 100%
[N] verkopen

Top





Activiteitenratio's

De activiteitenratio's zijn in twee groepen in te delen, namelijk snelheidsratio's en duurteratio's. Bij snelheidratio's staat in de teller altijd de omzet of de inkoopwaarde van de omzet vermeld. Bij duurteratio's staat de omzet in de noemer en wordt de uitkomst altijd uitgedrukt in dagen. Enkele belangrijke activiteitenratio's zijn:

Omloopsnelheid van de voorraad
Opslagduur van de voorraad
Omloopsnelheid totaal vermogen
Kredietduur Handelsdebiteuren
Omloopsnelheid Handelsdebiteuren

Top





Omloopsnelheid en opslagduur van de voorraad

De omloopsnelheid van de voorraad is
een belangrijke graadmeter voor het bepalen van de optimale voorraad in uw bedrijf. Deze ratio geeft aan hoe groot uw voorraad is ten opzichte van uw afzet. Te grote voorraden kosten geld, onder meer omdat ze te lang in uw magazijn liggen, wat opslagruimte kost; bovendien moet de liggende voorraad worden (voor)gefinancierd. Verder kunt u te maken hebben met bederf, verderf, achterhaald raken (zoals bij mode) en prijsverlagingen (zoals bij elektronica).

Dat betekent echter niet dat een grote voorraad altijd slecht is. Er zijn bedrijven die hun bestaansrecht danken aan het feit dat zij er grote voorraden op nahouden en op elk moment aan een bepaalde vraag kunnen voldoen. De kosten van deze hoge voorraden moeten dan dikwijls worden gecompenseerd via een hogere marge op de verkoopprijs.

De omloopsnelheid en opslagduur van de voorraad worden als volgt berekend:

[T] inkoopwaarde van de omzet
Omloopsnelheid van de voorraad = --------
[N] gemiddelde voorraad

[T] gemiddelde voorraad
Opslagduur van de voorraad = -------- x 365
[N] inkoopwaarde van de omzet

Vermenigvuldig de uitkomst met 365 als u de omloopsnelheid voor het hele jaar wilt berekenen, of met 30 respectievelijk 91 voor een maand- c.q. kwartaalcijfer.

Een voorbeeld: de inkoopwaarde van een bepaald product bedraagt 10 euro. In januari hebt u er gemiddeld 600 stuks op voorraad, terwijl u in die maand 400 stuks verkoopt, dus dat is een inkoopwaarde van 4000 euro. De waarde van de gemiddelde voorraad is 6000 euro. De opslagduur is dan 6000/4000 is 1,50 per dag. Voor de hele maand is dat 30x1,5= 45. U kunt dit getal interpreteren als het gemiddelde aantal dagen dat uw voorraad in het magazijn of in de winkel ligt.

Top





Overige omloopsnelheden

Omloopsnelheid totaal vermogen
Door de rekenprincipes van de omloopsnelheid van de voorraad toe te passen op andere balanscijfers, krijgt u een beeld van meerdere omloopsnelheden binnen uw onderneming, die u ook weer kunt vergelijken met die van andere ondernemingen. Zo geeft de omloopsnelheid totaal vermogen weer hoeveel maal het totale vermogen omgezet wordt:

[T] omzet
Omloopsnelheid totaal vermogen = --------
[N] balanstotaal

Omloopsnelheid en kredietduur Handelsdebiteuren
De omloopsnelheid Handelsdebiteuren geeft het gemiddelde aantal dagen weer tussen het ontstaan en het innen van vorderingen. Deze ratio geeft weer hoe de kwaliteit (=betalingsgedrag) van de debiteuren is.

[T] omzet
Omloopsnelheid Handelsdebiteuren = --------
[N] debiteuren

[T] debiteuren
Kredietduur Handelsdebiteuren = -------- x 365
[N] omzet

Top





Tot slot

Er zijn nog meer kengetallen in omloop. De hier beschreven ratio's zijn evenwel de belangrijkste en zijn tevens de cijfers die het meest interessant zijn om te vergelijken met die van uw branchegenoten. Al lezende is het u ook duidelijk geworden dat een juiste interpretatie van deze kengetallen van wezenlijk belang is. Als uw bank bijvoorbeeld eist dat de solvabiliteit van uw onderneming 20% moet zijn, vraag dan wel of zij de solvabiliteit over het vreemd vermogen (Klassieke solvabiliteit) of over het totale vermogen (Debt-ratio) bedoelen.

Top