BRL 6010 Legionella preventieadvisering

Voor deze eigenaren geldt echter geen algemene verplichting tot het (laten) opstellen van een beheersplan. Deze verplichting geldt slechts voor een beperkt aantal collectieve watervoorzieningen en collectieve leidingnetten. Sinds 28 december 2004 geldt deze eis volgens het Waterleidingbesluit met name voor ziekenhuisvoorzieningen, verblijfsaccommodaties, asielzoekerscentra, penitentiaire en andere inrichtingen waar personen worden vastgehouden, zwem- en badinrichtingen, kampeerterreinen en jachthavens. De eis geldt ook voor tijdelijke leidingwaterinstallaties, anders dan voor evenementen. Laatstbedoelde installaties vallen onder de ?Wet collectieve preventie volksgezondheid?.




Het Waterleidingbesluit geeft de eisen waaraan de verplichte beheersplannen moeten voldoen. Het toezicht op leidingwaterinstallaties wordt in het kader van het Waterleidingbesluit uitgeoefend door de VROM-Inspectie. Controles uitgevoerd op installaties en eigenaren, vormen onderdeel van het toezicht. Deze controles worden feitelijk uitgevoerd door het waterleidingbedrijf op welks distributienet de installatie is aangesloten.

De beheersplannen, die zijn opgesteld door op basis van de BRL gecertificeerde bedrijven, worden geacht te voldoen aan de eisen van het Waterleidingbesluit.

Voor installaties en voorzieningen waarvoor een beheersplan niet verplicht is, geldt de zorgplicht. In dat kader kan dan vrijwillig worden gekozen voor een beheersplan.

Bij het opstellen van de BRL is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van KBI BRL 6001, KIWA BRL AV 03 en het NEN-rapport ?Onderzoek naar het opstellen van een certificeringsrichtlijn voor legionella-adviesdiensten in het kader van de AMvB legionella preventie in leidingwater?, d.d. juli 2003.